Schoor 0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8].
Hierin "Schoor": blz. 406 (1e betekenis "schuin geplaatste paal, balk of stijl die iets schraagt, de druk van een belasting opvangt of een zijdelings verband aanbrengt. [...]")

- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Tweede deel: L - Z. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [691 blz. ISBN -].
Hierin: blz. 359 ("Schoor, vervanging: In het werk aangebracht schoren mogen slechts dan worden weggenomen, indien op deugelijke wijze voor vervanging is gezorgd. [...]")

- Eggen, Coen, Vakwerkbouw in Limburg. Weert (M & P), 1989. [119 blz. ISBN 90.6486.064.5]. Hierin "Windbanden en schoren. Hoe de constructie werd behoed voor omwaaien en scheefhangen": blz. 55-58

- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Tweede deel: L-Z. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [613 blz. ISBN -]. Hierin "Schoor": blz. 328 ("Paal of stijl, die in schuine richting onder eene constructie wordt geplaatst, ten einde deze te steunen" - dit is de relevante tekst volledig)

 

- Scheltema heeft 'Schoor' niet als trefwoord.